Oud-bankier Mikkel Hofstee beschrijft in een nieuw boek hoe je stress op het werk wél voorkomt. „Pak de angstcultuur aan.”
Annemiek Leclaire | bericht overgenomen uit NRC van 12 maart 2018
‘Als je stress op de werkvloer structureel wilt aanpakken, kom je er niet met een vitaliteitstraininkje,” zegt Mikkel Hofstee in een café op de Amsterdamse Zuidas. Hij heeft zo een afspraak met de Raad van Bestuur van een Nederlandse multinational waarvan de top met burn-out-problemen kampt. „Waar je naar moet kijken is: waarom nemen mensen in jouw bedrijf geen rust? Waarom durven ze zich niet kwetsbaar op te stellen? Waar komt die angstcultuur vandaan? En wat heeft dat te maken met jouw leiderschap?”
Hofstee (49) is directeur van Lifeguard, een zeventig werknemers tellend adviesbureau op het gebied van ‘gezond presteren’. Het bedrijf verzorgt vitaliteitstrainingen voor grote organisaties als EY, de Rijksoverheid, Radboud UMC, FrieslandCampina, Aegon en ING.
Hofstee, ook initiatiefnemer van de jaarlijkse zwemwedstrijd Amsterdam City Swim, kwam na zijn studie Bestuurskunde terecht in het buitenlandprogramma van ABN Amro en werkte zeven jaar in Londen. De competitieve werksfeer paste bij hem – hij hield van de harde grappen, van de voering van maatpakken en dure restaurants. Maar toen zijn dochter werd geboren, ging de nadruk op status en bezit hem vervelen. Met twee compagnons begon hij Lifeguard.
Vijftien jaar werken in preventie heeft hem het inzicht gegeven dat mensen niet gebouwd zijn voor de omgeving die ze hebben gecreëerd. In zijn boek Oermens 2.0, dat deze vrijdag verschijnt, betoogt hij dat de evolutionaire mechanismen waarmee we geprogrammeerd zijn geen weerstand kunnen bieden aan prikkels en overvloed. Hofstee koppelt zijn ervaringen met gedragsverandering aan inzichten uit de evolutionaire psychologie, de biologie en de antropologie.
Hij wil laten zien, zegt hij, hoe die oude genen zich gedragen in onze nieuwe wereld. „Mobiele telefoons, e-mails en boze klanten zetten de amygdala, dat is ons ingebouwde alarmsysteem, aan tot dezelfde hormoonproductie als onze voorouders bij het zien van een gevaarlijk dier.”
Hofstee vervolgt: „Volgens deskundigen als psychiater Witte Hoogendijk, hoofd van de afdeling Psychiatrie bij Erasmus MC in Rotterdam, leidt de cortisol [stresshormoon, red.] die daarbij vrijkomt tot gewichtstoename, een minder goed werkend immuunsysteem, slechter slapen en minder impulscontrole. Always on, never done. Er zijn altijd nieuwe mailtjes die liggen te wachten. En we zijn collectief vergeten om tijd te nemen voor herstel.”
Enorme verkramping
Conclusie: we moeten onze omgeving ‘gezonder’ maken. In 2016 bedroegen de kosten van aan werkstress gerelateerd ziekteverzuim 2 miljard euro, volgens TNO. Het aantal verzuimdagen die verband houden met stress, blijft stijgen.
„De druk op werknemers is te hoog nu”, zegt Hofstee. „Door de kredietcrisis is er een nadruk komen te liggen op efficiency. Als een buschauffeur een minuut te laat wegrijdt, krijgt het busbedrijf van de aanbesteder een boete. Bij accountantskantoren heerst zero tolerance op fouten. Het leidt tot een enorme verkramping. We moeten die angstcultuur aanpakken en er een sfeer van vertrouwen en veiligheid voor in de plaats zetten.”
Maar hoe? Hofstee: „Werkgevers willen graag snelle tips om stress te verminderen, alles moet snel. En dat gaat niet. Fruit neerleggen en iedereen een abonnement op de sportschool geven maken nog geen vitale organisatie.”
Hij wijst om zich heen: „Al deze mensen hier op de Zuidas hoeven geen 25 kilo cement te dragen, dus fysiek zijn ze niet moe. Maar die prefrontale cortex [het hersengebied dat belangrijk is voor de beheersing van impulsen en het nemen van besluiten red.] is roodgloeiend, ze houden op het werk en thuis constant allerlei ballen in de lucht. Als dan je ouders ineens ziek worden, stort het hele kaartenhuis in. Als jij een leidinggevende hebt die zegt: ‘Hoor eens, ik heb thuis afspraken gemaakt waardoor ik hier beschikbaar ben, en dat verwacht ik ook van jullie’ dan durf jij niet te vragen: ‘Mag ik een uurtje later komen?’ Die bedrijfscultuur moet veranderen.”
Het begint er volgens Hofstee mee dat de topbestuurder ziet: hoe ga ik zelf met stress om? Bij veel bedrijven wordt daar nog te weinig bij stilgestaan. „We hebben een programma met Zilveren Kruis en EY waarin we met bestuursvoorzitters praten over vitaliteit. Zij onderschatten hoe bepalend hun gedrag is voor de cultuur van het bedrijf.” Ooit begeleidde hij de baas van een verzekeraar. „Op een avond, toen zijn mensen knetterhard gewerkt hadden, ging hij nog even de cognitieve analyse maken, in plaats van ze een knuffel te geven of een biertje met ze te gaan drinken. Dan zeggen we: ‘Heb je gezien wat je nu doet?’” Want CEO’s, zegt Hofstee, krijgen discipelen die zich precies zo gedragen. „En het gaat uiteindelijk om de tussenlaag, de managers die de teams aansturen.”
Als hij of zijn adviseurs ergens beginnen, vragen ze daarom eerst aan de top: ‘Wie van jouw mensen zou hiervoor openstaan?’ „Dan vorm je een zogeheten coalition of the willing en ga je vanaf daar verder tot er een bedrijfscultuur ontstaat waarin mensen zich veilig voelen om hun grenzen aan te geven.” Hofstee wijst naar buiten: „Zoals bij advocatenkantoor Stibbe hier. Zij hebben hun stressgerelateerde ziekteverzuim goed op orde. De directeur zei: ‘Weet je wat het belangrijkste effect is? Stress is bespreekbaar geworden.’ Dat voor elkaar krijgen is al fantastisch.”
Hoe blijft Hofstee zelf vitaal?
Hofstee is getrouwd met een gevangenisdirectrice, en heeft drie kinderen. Hij gaat drie tot vier avonden per week om 22.30 naar bed, staat liefst op om 06.00 uur, ontbijt karig, luncht met een salade, en drinkt doordeweeks niet, (zolang hij geen etentjes heeft). Hij gaat eens per week zwemmen, voetbalt op zondag, en probeert zoveel mogelijk van de ene afspraak naar de andere te wandelen. Zijn zwakke punt ligt in cafébezoek met vrienden, dan drinkt hij meer dan hij zou willen, en gaat hij als laatste naar huis.